We ontvangen veel vragen in het kader van het Besluit houders van dieren, onder andere met betrekking tot de toezichthoudende taak van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).
In art. 5:15 Awb is neergelegd dat een toezichthouder bevoegd is, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
In de Wet dieren is in art. 8.2 echter, in afwijking van art. 5:15 Awb, geregeld dat de toezichthouder over aanvullende toezichtsbevoegdheden beschikt om zijn toezichthoudende taak te kunnen vervullen. Hierdoor zijn, kort gezegd, toezichthouders en opsporingsambtenaren bevoegd, met medeneming van apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner.