Tuchtrecht

IMG_1991

Tuchtrecht
Wanneer iemand een overtreding of misdrijf begaat, krijgt deze te maken met het strafrecht. Om maar een gemakkelijke parallel te trekken, wie deelneemt aan de georganiseerde kynologie en de regels overtreedt, kan te maken krijgen met het tuchtrecht.

Het Kynologisch Reglement
We kennen niet alleen de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad die de interne organisatie van de vereniging “Raad van Beheer” regelen, het Kynologisch Reglement (KR) is met name van belang voor een ieder die deelneemt aan de georganiseerde kynologie. Fokkers, sporters en bestuurders hebben te maken met de bepalingen uit het KR. Wie in Nederland deelneemt aan  door de Raad van Beheer gereglementeerde activiteiten accepteert daarbij de regels die in deze sector gelden. Niet alleen door ondertekening van stukken bij de aanvraag van goederen en diensten maar ook door deelname aan activiteiten aanvaardt men de rechtsmacht van de Raad van Beheer.

Verboden
Wat wel moet en juist niet mag in de kynologie en de hondensport is zoals gezegd terug te vinden in het KR. Uiteraard kan ieder gebod en verbod genegeerd worden en daarmee wordt een regel overtreden. Daarnaast zijn in het KR een aantal ‘bijzondere verboden’ opgenomen, een aantal voorbeelden zijn:

  • Het is niet toegestaan bij aanvraag-, aanmeldings- of inschrijvingsprocedures die in het KR zijn geregeld onjuiste gegevens te verstrekken of gegevens te verzwijgen;
  • Een kennelnaam voeren, die niet door de Raad is verleend is niet toegestaan, evenals een geregistreerde kennelnaam gebruiken om reclame mee te maken voor bedrijfsmatige zaken als hondenpension of trimsalon;
  • Medewerking verlenen of deelnemen aan activiteiten die in het KR zijn gereglementeerd maar waarvoor geen toestemming is verkregen, of die worden georganiseerd door verenigingen die niet bij de Raad zijn aangesloten, is verboden;
  • Het is niet toegestaan om uiterlijk, beweging of gedrag van een hond door een ingreep zo te veranderen dat de keurmeester kan worden misleid, tenzij de keurmeester daarvan vooraf op de hoogte is gesteld;
  • Drugs toedienen om de prestaties te verhogen van honden die meedoen aan wedstrijden, examens of proeven is verboden;
  • Onwelvoeglijk gedrag ten opzichte van keurmeesters en officials op exposities en wedstrijden is niet toegestaan;
  • Double handling (van buiten de ring de aandacht trekken van een hond in de ring) mag niet;
  • Ringfunctionarissen mogen geen informatie aan de keurmeester geven die zijn of haar oordeel zou kunnen beïnvloeden (tenzij ze een overtreding constateren).

Klacht
Ieder die een strafbaar feit constateert en vindt dat daar wat tegen gedaan moet worden, kan schriftelijk een klacht indienen bij de Raad van Beheer. Om te zorgen dat dit niet te overhaast wordt gedaan moet tegelijkertijd een in het Tarievenbesluit bepaald bedrag worden gestort, dat de klager overigens terug krijgt als de beklaagde schuldig wordt verklaard.
Als de Raad het zinvol acht op de klacht een uitspraak van het Tuchtcollege te krijgen (meestal is dat zo) kan de Raad vorderen dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling neemt. De Raad kan ook zelf een klacht indienen en aangeklaagd worden. De Raad moet binnen drie maanden beslissen wat er gaat gebeuren met een bij de Raad ingediende klacht. Als de Raad besluit de zaak niet aan het Tuchtcollege voor te leggen kan de indiener van de klacht tegen die beslissing beroep instellen bij de Geschillencommissie. Laat de Raad de termijn van drie maanden voorbijgaan dan mag de klager zich rechtstreeks met zijn klacht tot het Tuchtcollege wenden.

Het Tuchtcollege
Dit orgaan behandelt klachten bij overtreding van bepalingen in kynologische reglementen en beschermt de belangen en het aanzien van de kynologie, daarnaast bepaalt zij, indien nodig, de straf.
Het Tuchtcollege behandelt een zaak op een zitting met drie leden, onder wie één voorzitter die altijd jurist is. Voor alle betrokkenen vormt het Tuchtcollege een bezigheid naast een normale dagtaak. De secretaris bereidt de zittingen voor, is aanwezig en zorgt voor de afhandeling. Zodra een klacht bij de Raad van Beheer en vervolgens bij het Tuchtcollege binnenkomt wordt dat schriftelijk meegedeeld aan de beklaagde. Die krijgt een afschrift van de klacht en van alle stukken die er op betrekking hebben. Hij moet immers weten wat er speelt. De beklaagde krijgt uiteraard ook de kans zich te verweren. Zo spoedig mogelijk laat de secretaris van het Tuchtcollege aan partijen weten wanneer de zaak ter zitting zal worden behandeld. Haar streven is een zaak binnen een jaar tot een afronding te brengen. Zo nodig vraagt het Tuchtcollege nog stukken op, maar een eigen diepgaand onderzoek verricht het doorgaans niet. Klager, beklaagde en de Raad leveren in de regel de informatie aan.

Zitting
Tijdens de zitting krijgt de indiener van de klacht de gelegenheid de zaak toe te lichten, de beklaagde kan zich verdedigen en doen bijstaan door een derde en de leden van het Tuchtcollege stellen zo nodig vragen. Daarna komen partijen nog een keer aan de beurt. De zittingen zijn in de regel besloten. Na de zitting houden de leden van het Tuchtcollege een nabespreking, de zogenaamde ‘raadkamer’. Daar wordt beoordeeld of de behandelde klachten geheel of gedeeltelijk gegrond zijn en zo ja, wat de eventuele straf moet zijn. Ongeveer twee maanden na afloop van de zitting is de uitspraak gereed om te worden verzonden aan klager, beklaagde en de Raad van Beheer. Tegen deze uitspraken is geen beroep mogelijk.
Per jaar zijn er zo’n vijf zittingsdagen. Het aantal zaken dat per keer behandeld wordt is verschillend, evenals de zwaarte ervan. Er zijn veel lichte vergrijpen. Maar ook ernstiger klachten komen aan de orde. Het merendeel gaat over zaken die verband houden met tentoonstellingen. Klachten rondom de fokkerij komen ook voor. Tijdens de hondensporten en examens gebeuren kennelijk minder vaak dingen die klagers tot actie drijven; het aantal zaken op die terreinen is beperkt.

Straf
De straffen die het Tuchtcollege kan opleggen lopen uiteen van een berisping, geldboetes, tijdelijke of blijvende diskwalificatie van de persoon en/of een of meer van zijn honden, tot ontneming van de bevoegdheid tot het voeren van een kennelnaam en/of het optreden als keurmeester of official. Deze zijn vastgelegd in het KR. De uitspraken worden alleen gepubliceerd als het Tuchtcollege de Raad aanbeveelt dat te doen. Krijgt een beklaagde een diskwalificatie van de persoon of van zijn hond opgelegd, dan wordt de uitspraak met naam en toenaam bekend gemaakt.

Bijstand
Recht voor de Rashond staat mensen bij die worden opgeroepen om voor het Tuchtcollege te verschijnen. Met de juiste technisch juridische en kynologische benadering, is het mogelijk om strafoplegging in zijn geheel te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken. De negatieve publiciteit die men ten deel valt bij een tuchtrechtelijke vervolging kan zeer schadelijk zijn voor de reputatie van de persoon of kennel. De wetenschap dat men met de juiste argumenten een hoop ellende kan voorkomen is kennelijk nog niet algemeen bekend. Neemt u voor meer informatie of advies contact met ons op!